Spelregels Uitvaartquintet
Schud de kaarten goed. Geef elke speler 10 kaarten.
De overige kaarten mogen op een stapel, omgekeerd op tafel.
Laat de kaarten die jij kreeg niet aan je medespelers zien.
Bepaal wie begint (bijvoorbeeld de oudste speler, de jongste speler). Deze speler mag aan één van de anderen een kaart vragen. Voorwaarde is dat dit onderdeel is van een quintet waar je zelf minimaal één kaart zelf van hebt. Je hebt bijvoorbeeld zelf de kaart ‘electrische Tuktuk’ van rouwvervoer. Dan kun je aan iemand anders vragen ‘mag ik van jou van het quintet rouwvervoer ‘rouwbus’. Wanneer die persoon dat kaartje heeft, moet deze het kaartje aan jou geven. Dan mag je nog een kaartje vragen aan dezelfde, of aan een andere speler.
Wanneer je iets vraagt aan iemand die dat kaartje niet heeft, dan pak je 1 kaartje van de stapel.
Dan gaat de beurt naar de persoon aan wie als laatste een kaartje werd gevraagd. Wanneer je vijf kaartjes van één thema hebt, roep je: Quintet! De 5 kaartjes leg je voor je op tafel. Wie de meeste uitvaartquintetten bij elkaar weet te krijgen, heeft gewonnen.
Is er een kaartje, waarvan niemand weet wat het is? Vul het formulier in en we zoeken samen het antwoord.
Heb je naar aanleiding hiervan vragen, of wil je een gesprek met een uitvaartbegeleider? We kozen voor een quintet, maar de keuzes op de kaartjes geven geen compleet beeld, er kan nog veel meer. Heb je vragen? Blijf er niet mee in je hoofd zitten. Vul het formulier in en we zoeken een uitvaartbegeleider bij jou in de buurt.